Text: Willem Wilmink / Franz K. Custos, after Peire Cardenal (1180 – 1278)
Dedicated to Maaike Deckers
Inspired by the novella Unter dem Oberschichtlichen Lack from the collection Ungereimte Bilder by Franz K. Custos
An incident in the life of my wife prompted me to set Wilmink’s poem ‘De Gekkenstad’ (The City of Fools to music. Because what is described in this poem is very much related to this incident, I took the liberty of having the well-known satirist Franz K. Custos adapt the poem ever so slightly. Wobke Wilmink, Willem’s widow, has given her approval to this variation, albeit exclusively in combination with the music of this song. Here follows first the version by Franz K. Custos, as set to music, followed by the text of Wilmink’s original poem.
Er was een stad, ik weet niet waar, daar viel een regenbui, zo zwaar, wie daarin liep, werd niet slechts nat, maar ook krankzinnig, in die stad. De mensen werden kierewiet, ’t Was met de regenbui gedaan één piemelnaakt, één zonder hemd, ’t Was een gegooi, geduw, getrek… |
There was a town, I don’t know where, there fell a rain so heavy, whoever walked in it, not only got wet, but also insane, in that city. The people went mad, The rainstorm was over one cock-naked, one shirtless, It was a tossing, pushing, pulling … |
Men vloekte en dreigde op die dag of huilde met een schaterlach, sprak woorden zonder samenhang of trok gezichten, vreemd en bang. Zij die gespaard was, stond perplex zocht in de massa om zich heen geloofden allen stellig dat dat elk voor zich verstand bezat ze wordt gemept, gesleurd, getrapt rent ze met grote sprongen naar |
One cursed and threatened that day Or cried with laughter, spoke words without coherence or made faces, strange and frightened. The one who was spared was perplexed searched the crowd around him All of them firmly believed that That each had a mind of his own she is slapped, dragged, kicked she runs in leaps and bounds to |
In dit verhaal werd u verteld hoe ‘t met de wereld is gesteld. Een mens die zijn moraal vergeet, op macht belust, is trots en wreed Maar iemand met een normale aard |
In this story you were told what the world is like, A human who forgets his morals, bent on power, is proud and cruel. But someone with a normal nature |
Original poem:
Er was een stad, ik weet niet waar,
daar viel een regenbui, zo zwaar,
wie daarin liep, werd niet slechts nat,
maar ook krankzinnig, in die stad.
De mensen werden kierewiet,
maar eentje trof dit noodlot niet.
Hij werd gespaard voor ’t grote leed
omdat hij thuis een dutje deed.
’t Was met de regenbui gedaan
toen deze man is opgestaan.
Hij kwam op straat en zag meteen
veel soorten gekken om zich heen:
één piemelnaakt, één zonder hemd,
één spoog ten hemel, vroom gestemd,
een ander sloeg wat met zijn stok,
één die zijn jas aan stukken trok.
’t Was een gegooi, geduw, getrek…
Ik ben de koning, dacht een gek
en keek misprijzend naar ’t gemeen.
Eén sprong er over banken heen.
Men vloekte en dreigde op die dag
of huilde met een schaterlach,
sprak woorden zonder samenhang
of trok gezichten, vreemd en bang.
Hij die gespaard was, stond perplex
bij ’t zien van zo veel knettergeks.
Tussen de dwazen die hij vond,
keek hij wanhopig in het rond,
zocht in de massa om zich heen
verstandigen, maar vond er geen
en dat verwonderde hem zeer,
maar zij verbaasden zich nog meer,
geloofden allen stellig dat
híj zijn verstand verloren had:
zo anders als hij zich gedroeg,
dat was voor hen bewijs genoeg
dat elk voor zich verstand bezat
en hij alleen de gekte had.
Hij wordt geslagen in gezicht
en nek, verliest zijn evenwicht,
hij wordt gemept, gesleurd, getrapt
en twijfelt of hij ooit ontsnapt.
Ze duwen, scheuren hem zijn jas.
Nadat hij nog gevallen was,
rent hij met grote sprongen naar
zijn veilig huis, dan zit hij daar,
beslijkt, geslagen en verwond,
maar blij dat hij een uitweg vond.
In dit verhaal werd u verteld
hoe ‘t met de wereld is gesteld,
want onze tijd, dat is is die stad:
de wijsheid ligt er op z’n gat.
‘t Is goed dat je daar niet op bouwt,
maar God eerbiedigt, van Hem houdt
en dan naar Zijn geboden leeft,
waaraan haast geen een boodschap heeft
na wat dat noodweer hier eens deed:
die slagregen, die hebzucht heet.
Een mensheid die zijn God vergeet,
op macht belust, is trots en wreed.
Heeft God iemand dit lot bespaard,
die wordt door de anderen gek verklaard
en men beledigt hem daarbij,
omdat hij niet zo is als zij.
Gods wijsheid lijkt hun dwaasheid toe.
Maar wie Gods vriend is, weet wel hoe
het werkelijk zit met wijs en zot
en wie is losgeraakt van God.
Hij wordt voor warhoofd uitgemaakt
omdat hij ‘s werelds waan verzaakt.
YouTube (Version for tenor and piano):
There is also a version for tenor and piano.